BIOS Wiki
Advertisement

Examenverloop:

je wordt in 2 groepen verdeeld, de ene groep begint met het practiumexamen, de andere groep begint met het gewone examen.

- Practicumexamen: openboek, je mag je notities en practicumhandleiding gebruiken om de mineralen en gesteenten te determineren. Als je klaar bent komt de assistent naar je oplossingen luisteren, argumenteren WAAROM je een bepaalde keuze maakte is belangrijker dan de eigenlijke oplossing, dus vertel gewoon zoveel mogelijk (hardheid, streek, ...), eventueel twijfels of andere mogelijke oplossingen horen ze ook graag.


- gewone examen: je bereidt 4 vragen voor op papier, schrijf uitgebreid op en maak tekeningen indien mogelijk, de prof kijkt in de rapte over je oplossingen en vraagt je dan enkele dingen te verduidelijken of aan te vullen.

Tips:

- Hij apprecieert het als je fatsoenlijk gekleed komt

27 Jan 2011

1) Teken en leg uit: Freatomagmatische explosie. En leg het verband met een maare.

2) Hoe ontstaat een oase?

3) Vergeten

4) Waarom komen veel methaanreservoirs voor dicht bij steenkoolvelden? (evolutie van veen naar steenkool uitleggen). En komen er ook methaanreservoirs voor die niet geasocieerd zijn met steenkoolvelden?

5) Practicum stenen:

Marmer, zandsteen, gips, toermalijn, zeeëgel, dioriet, rest ben ik vergeten.

18 jan 2011 (voormiddag)

1. teken een eenheidscel met de assen x,y,z met afgesneden stukken (a,b,c) die een verschillende lengte hebben. Teken nu (111)(231)(002) als dit de Miller indices zijn.

2. is vragen hoe oud de oceanen zijn, hetzelfde als vragen hoe oud de huidige oceanen zijn? beargumenteer beide stellingen

3. Als we water uit watervoerende lagen pompen, wat gebeurt er dan? is er een verschil tussen het pompen uit een freatische waterlaag en een spanningswaterlaag?

4. Hoe kunnen we achterhalen waar een continent zich vroeger bevond? illustreer!

Pract: 8 mineralen en gesteenten en 1 fossiel determineren + een kristalstructuur (zo'n houten blokje) ontleden

15 Jan 2010 (voormiddag)

  1. Hoe heeft het paleomagnetisme geholpen om het huidige model van de M.O.R. op te stellen.
  2. Is het klimaat in het verleden stabiel of variabel geweest? Geef oorzaken + tijdsgebieden.
  3. Waarom moet men monitoringputten plaatsen in de buurt van stortplaatsen, zodat men polluenten kan ontdekken. Is de diepte van belang?
  4. Hoe wordt een zandsteen gevormd? Op welke diepte, en invloed van grondwater.

15 Jan 2010 (namiddag)

  1. Hoe kwam de formule van Bragg tot stand? En hoe kan je hier mee bepalen welk mineraal je hebt?
  2. We steken kubusjes van gelijke grootte (bv. 1 cm³) van kwartsiet en marmer in een cilindrische buis en laten deze ronddraaien, simuleren we dan verwering? welk van de twee gaat het meest verweerd worden?
  3. Hoe ga je van slib naar een schiefer? leg zo duidelijk mogelijk uit. Vanaf welke diepte heb je een schiefer met schieferige splijting?
  4. Paleopolen: leg uit hoe je aan de hand van paleopolen continentendrift en platentektoniek kunt verklaren. Maak ook een schets. Zeg ook welke dingen gemeten worden om het paleopool te bepalen en hoe dat dan bepaald wordt.

14 Jan 2010 (voormiddag)

  1. Vergelijk samenstelling van Aarde, maan, Mercurius, Jupiter, een planeet rond de eerste sterren, de aardkorts en -kern.
  2. Hoe gedragen gesteenten zich bij verschillende drukregimes? Wat zijn dekbladen? Bij welke tektonische activiteit vind je deze? (+schema)
  3. Waarom vindt men ook batholieten bij subductie? (schema's, grafiek van verandering smelttemperatuur)
  4. Hoe heeft paleomagnetisme geholpen bij het begrijpen van systeem van M.O.R.?

11 Jan 2010

  1. Bespreek roodverschuiving in het heelal. Kan dit dienen om een ouderdom te bepalen van het heelal?
  2. Bespreek de in de les besproken analogie tussen een watertoren en een spanningswaterlaag. Hoe komt het dat er in de afpompingsput maar een klein volume water zal zitten, terwijl de gehel spanningswaterlaag verzadigd is ? Kan er overproductie optreden van een spanningswaterlaag?
  3. Hoe ga je van slib naar een schiefer? Leg zo duidelijk mogelijk uit. Vanaf welke diepte heb je een schiefer met schieferige splijting?
  4. Beargumenteer het bestaan van subductiezones
Advertisement