BIOS Wiki
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:
 
===Tips:===
 
===Tips:===
 
- Hij apprecieert het als je fatsoenlijk gekleed komt
 
- Hij apprecieert het als je fatsoenlijk gekleed komt
  +
==23 Jan 2014==
  +
1) Leg het verschil uit tussen grafiet en diamant, relatie vormingscondities en eigenschappen en diamant en in welk gesteentetype komt diamant oorspronkelijk voor en in welk gesteentetype kan het aangerijkt worden + leg uit hoe dit gebeurt
  +
  +
2) Zelfde vraag als hieronder
  +
  +
3) Wat is foliatie? Wat is druksplijting? Hoe gebeurt foliatie van graniet naar orthogneis en bij welke metamorfe condities (in verband te brengen met plaattektonische activiteit)?
  +
  +
4) Wat zijn overtuigende aanwijzingen voor het bestaan van ijstijdperk in het late Carboon, begin perm? Datering en hoe kon dat ijstijdvak ontstaan?
 
==23 Jan 2014==
 
==23 Jan 2014==
 
1) Wat zijn de problemen die kunnen optreden in gebieden waaruit de ondergrond uit kalksteen bestaat? Geef de chemische reacties. Wat gebeurd er als travertijn in kalkgrotten druipstenen vormt (chemische reactie).<br />
 
1) Wat zijn de problemen die kunnen optreden in gebieden waaruit de ondergrond uit kalksteen bestaat? Geef de chemische reacties. Wat gebeurd er als travertijn in kalkgrotten druipstenen vormt (chemische reactie).<br />

Versie van 23 jan 2014 12:08

Examenverloop:

je wordt in 2 groepen verdeeld, de ene groep begint met het practiumexamen, de andere groep begint met het gewone examen.

- Practicumexamen: openboek, je mag je notities en practicumhandleiding gebruiken om de mineralen en gesteenten te determineren. Als je klaar bent komt de assistent naar je oplossingen luisteren, argumenteren WAAROM je een bepaalde keuze maakte is belangrijker dan de eigenlijke oplossing, dus vertel gewoon zoveel mogelijk (hardheid, streek, ...), eventueel twijfels of andere mogelijke oplossingen horen ze ook graag.


- gewone examen: je bereidt 4 vragen voor op papier, schrijf uitgebreid op en maak tekeningen indien mogelijk, de prof kijkt in de rapte over je oplossingen en vraagt je dan enkele dingen te verduidelijken of aan te vullen.

Tips:

- Hij apprecieert het als je fatsoenlijk gekleed komt

23 Jan 2014

1) Leg het verschil uit tussen grafiet en diamant, relatie vormingscondities en eigenschappen en diamant en in welk gesteentetype komt diamant oorspronkelijk voor en in welk gesteentetype kan het aangerijkt worden + leg uit hoe dit gebeurt

2) Zelfde vraag als hieronder

3) Wat is foliatie? Wat is druksplijting? Hoe gebeurt foliatie van graniet naar orthogneis en bij welke metamorfe condities (in verband te brengen met plaattektonische activiteit)?

4) Wat zijn overtuigende aanwijzingen voor het bestaan van ijstijdperk in het late Carboon, begin perm? Datering en hoe kon dat ijstijdvak ontstaan?

23 Jan 2014

1) Wat zijn de problemen die kunnen optreden in gebieden waaruit de ondergrond uit kalksteen bestaat? Geef de chemische reacties. Wat gebeurd er als travertijn in kalkgrotten druipstenen vormt (chemische reactie).
2) Wat is diachronie? Wat is een stratigrafische facies? Wat is het verband tussen die twee concepten? Leg het uit aan de hand van een veranderende zeespiegel. Schets een dwarsdoorsnede.
3) Wat is een vaste oplossing? Waarom bestaat er een vaste oplossing tissen albiet en anorthiet maar niet tussen orthoklaas en albiet? Waarom komt albiet vooral voor in basische gesteenten en orthoklaas in zure gesteenten? Wat is een arkose?
4) Wat is roodverschuiving? Hoe kunnen ze aan de hand daarvan weten hoe snel het heelal expandeert? Hoe oud is onze aarde? Hoe weten ze dat?

17 Jan 2014

1a) Wat zijn evaporieten. Onder welke omstandigheden worden ze gevormd? 1b) Welke structuren kunnen evaporieten in de diepte vormen en hoe? 1c) Waarom zou het een goed idee zijn om radioactief afval op te slaan in een dik pakket evaporieten? En waarom niet?


2a) Hoe is men tot de ontdekking gekomen van hotspots? Wat zijn het? 2b) Hoe passen hotspots in de theorie van platentektoniek. 2c) Bij hotspots heb je meestal basisch vulkanisme. Yellowstone produceert echter zuur of intermediair magma. Hoe verklaar je dit?


3a) Geef de geologische tijdsschaal vanaf het Fanerozoïcum. 3b) Duid 3 glaciaties erop aan, zeg op basis van dewelke Wegener zijn argumenten baseerde en bespreek Wegeners argumentatie.


4a) Hoe verloopt de geothermische gradiënt in de korst? Hoe warm zou het dan zijn in een Limburgse mijnschacht van 1000m diep (instinker! Aan de grond is het in Limburg geen 0°C). 4b) Beschrijf begrensde aquifers en waarom bevat het water eruit vaak te veel opgeloste stoffen om drinkbaar te zijn. 4c) Waarom verloopt de geothermische gradiënt in de korst veel steiler dan in de mantel?

14 Jan 2014

1) Wat is bauxiet en uit welke mineralen is het opgebouwd? Welk verwerkingsproces ligt aan de basis bij de vorming van bauxiet? (zoiets toch)


2) Wat is de rol van fossielen bij het maken van een geologische tijdschaal en oude geologische kaarten? Welke soorten van fossielen kan men daar heb best voor gebruiken? Geef enkele voorbeelden van fossielen.



3) Wat is een MOR en wat zijn de kenmerken ervan? Teken een segment en duidt de relevante zaken er op aan, leg ook uit hoe de oceaan spreidt door laterale afzettingen? Welke zaken gebruikt men bij het registreren van seismische centra bij tektonische activiteit?


4) Hoe komt het dat bij bronnen de grondwatertafel tot aan het oppervlak komt? Waar speelt zich dat precies af? En dan nog iets met porositeit in lagen? Welk grondwatersysteem is hiervoor geschikt?

13 Jan 2014

1) Verschil tussen meteoriet, meteoor, komeet en asteroïdengordel uitleggen.

Verklaar waarom er al dan niet een verband is tussen kometen en een meteorenzwerm.

Waarom zijn er in de oceaan minder kraters gevonden.

2) Wat was Wegener zijn theorie over Platentektoniek en wat was de kritiek destijds.

Wat waren zijn argumenten om deze theorie te beargumenteren.

Welke technieken / methodes helpen sinds de jaren '50 om zijn theorie te staven of verbeteren.

3) Leg uit hoe men aan de hand van benthische foraminiferen afwisselingen in de paleotemperatuur kan registreren. (Het gaat over de delta ^(18)O methode van zuurstofisotopen)

Welke factoren kunnen deze techniek beïnvloeden?

Hoe verklaren we hiermee de verschillen van de eustatische zeespiegel in het kwartair?

Waarom krijgen we een vollediger beeld met deze techniek dan met continentale metingen?

4) Geef de Bowen-reeks van kristallisatie en leg deze uitgebreidt uit inclusief welke factoren deze reeks beïnvloeden.

Verklaar hoe de Bowen-reeks bij erosie geïnterpreteerd moet worden.

14 Jan 2013

1) P-schaduwzone uitleggen met tekening + bepaling koude/warme plekken in de mantel

2) Magnetische paleopool: fysisch hoe gevormd? Bepaling hoe een pool verschoven is met tekening! (inclinatie/declinatie)

3) Hoe/ onder welke geologische condities wordt anthraciet gevormd? Geldt dit ook voor de vorming van gas-lagen?

4) Placer-afzetting uitleggen, met voorbeelden + Hoe kan je talrijke karstverschijnselen op aarde verklaren?

27 Jan 2011

1) Teken en leg uit: Freatomagmatische explosie. En leg het verband met een maare.

2) Hoe ontstaat een oase?

3) Vergeten

4) Waarom komen veel methaanreservoirs voor dicht bij steenkoolvelden? (evolutie van veen naar steenkool uitleggen). En komen er ook methaanreservoirs voor die niet geasocieerd zijn met steenkoolvelden?

5) Practicum stenen:

Marmer, zandsteen, gips, toermalijn, zeeëgel, dioriet, rest ben ik vergeten.

18 jan 2011 (voormiddag)

1. teken een eenheidscel met de assen x,y,z met afgesneden stukken (a,b,c) die een verschillende lengte hebben. Teken nu (111)(231)(002) als dit de Miller indices zijn.

2. is vragen hoe oud de oceanen zijn, hetzelfde als vragen hoe oud de huidige oceanen zijn? beargumenteer beide stellingen

3. Als we water uit watervoerende lagen pompen, wat gebeurt er dan? is er een verschil tussen het pompen uit een freatische waterlaag en een spanningswaterlaag?

4. Hoe kunnen we achterhalen waar een continent zich vroeger bevond? illustreer!

Pract: 8 mineralen en gesteenten en 1 fossiel determineren + een kristalstructuur (zo'n houten blokje) ontleden

15 Jan 2010 (voormiddag)

  1. Hoe heeft het paleomagnetisme geholpen om het huidige model van de M.O.R. op te stellen.
  2. Is het klimaat in het verleden stabiel of variabel geweest? Geef oorzaken + tijdsgebieden.
  3. Waarom moet men monitoringputten plaatsen in de buurt van stortplaatsen, zodat men polluenten kan ontdekken. Is de diepte van belang?
  4. Hoe wordt een zandsteen gevormd? Op welke diepte, en invloed van grondwater.

15 Jan 2010 (namiddag)

  1. Hoe kwam de formule van Bragg tot stand? En hoe kan je hier mee bepalen welk mineraal je hebt?
  2. We steken kubusjes van gelijke grootte (bv. 1 cm³) van kwartsiet en marmer in een cilindrische buis en laten deze ronddraaien, simuleren we dan verwering? welk van de twee gaat het meest verweerd worden?
  3. Hoe ga je van slib naar een schiefer? leg zo duidelijk mogelijk uit. Vanaf welke diepte heb je een schiefer met schieferige splijting?
  4. Paleopolen: leg uit hoe je aan de hand van paleopolen continentendrift en platentektoniek kunt verklaren. Maak ook een schets. Zeg ook welke dingen gemeten worden om het paleopool te bepalen en hoe dat dan bepaald wordt.

14 Jan 2010 (voormiddag)

  1. Vergelijk samenstelling van Aarde, maan, Mercurius, Jupiter, een planeet rond de eerste sterren, de aardkorts en -kern.
  2. Hoe gedragen gesteenten zich bij verschillende drukregimes? Wat zijn dekbladen? Bij welke tektonische activiteit vind je deze? (+schema)
  3. Waarom vindt men ook batholieten bij subductie? (schema's, grafiek van verandering smelttemperatuur)
  4. Hoe heeft paleomagnetisme geholpen bij het begrijpen van systeem van M.O.R.?

11 Jan 2010

  1. Bespreek roodverschuiving in het heelal. Kan dit dienen om een ouderdom te bepalen van het heelal?
  2. Bespreek de in de les besproken analogie tussen een watertoren en een spanningswaterlaag. Hoe komt het dat er in de afpompingsput maar een klein volume water zal zitten, terwijl de gehel spanningswaterlaag verzadigd is ? Kan er overproductie optreden van een spanningswaterlaag?
  3. Hoe ga je van slib naar een schiefer? Leg zo duidelijk mogelijk uit. Vanaf welke diepte heb je een schiefer met schieferige splijting?
  4. Beargumenteer het bestaan van subductiezones