BIOS Wiki
Advertisement

WOORDEN! 1) Omasum

2) Mictiereflex

3) Chlorideshift 4) Acidose

5) Fibrinolyse

6) CO-vergiftiging

7) Alkalose

8) Minutenvolume

9) Antrale peristaltiek

10) steroïdhormoon

11) enterisch zenuwstelsel 12) podocyten 12) cobalamine 13) surfactant

14) Myenterische plexus
15) sinoatriale knoop 16) juxtamedullair nefron 17) type 2 pneumocyt 18) paracriene interactie 19) cholecystokinine

20) endocriene klier 21) coprofagie
22) signaalpeptide

23) foramen ovale

24) secretine

25) gastro-colische reflex

Hoofdstuk: inleiding fysiologie

25) adaptatie

26) acclimatisatie

27) Homeostase
28) gap junctions

Hoofdstuk: cardiale fysiologie

29) pericardium

30) myocardium

31) endocardium

32) sarcoplasmatisch reticulum

33) endothermie

34) anastomose

35) bradycardie

36) tachycardie

37) apneu

38) hypoxie

39) hemofilie

40) thrombose

41) embolie




HOOFDVRAGEN!

1) Teken de actiepotentiaal in de ventriculaire myocyten en bespreek bondig de processen die hiervoor instaan. (bijvragen: is dit in de atriale ook zo, hoe zit et bij de AV en SA knoop)(5pt)

2) Bespreek de verschillende fases van de pancreassecretie en de regeling ervan. (bijvragen: geef eens enkele pancreasenzymen, welke functie van de pancreas beschrijft ge nu en is er nog een andere = endocrien)(5pt)

3) Als de relatieve concentratie van een bepaalde stof in het glomerulair filtraat tov de plasmaconcentratie kleiner is dan 1, wat weet je dan van de exretie van deze stof? (3pt)

4) Leg het Starlingeffect uit in “normaal” capillair en vergelijk met glomulair capillair in de nieren (5pt)

5) Leg de vertering en opname van van lipiden uit.

6) Diabetus Mellites. Waarom produceren patiënten met deze aandoening meer urine?

7) galsecretie (5)

8) Bespreek het belang van bicarbonaat bij het in standhouden van de plasma-pH. (5)

9) Een te hoge bloeddruk (hypertensie) kan leiden tot oedeem. Verklaar

10) Bespreek de verschillende transportwijzen van C02 in het bloed. (5 ptn)

11) Acetylcholine werkt in op het hartritme van de sinoatriale knoop via de gangmakerpotentiaal. Hoe kan het gangmakerritme van SA knoop vertraagd worden? (+ schets geven)(3 ptn)

12) Waarom veroorzaakt metabole acidose geen vasodilatatie in de hersenen en respiratorische wel?

13) Bespreek de aanpassingen van herbivore zoogdieren en vergelijk die met andere herbivore vertebraten

14) Bespreek de verschillende fasen van maagzuursecretie

15) Bespreek de vertering en opname van eiwitten (3pt)

Alle items (1)

Advertisement